Grijze ogen lopen door de wijk, De lijnen in 't gezicht vertellen generatiearm, Flashback precies we liepen hier tien jaar geleden al, In cirkels vicieus en onverkiesbaar als milfa (familie), Ik benaderde die kerel gaf een hand, Hij keek vreemd op een Belg hier een rariteit, Ik vroeg, ken je mij nog andere straat zelfde wijk, Alles goed me u maat hij zei met mij zoals altijd maar, Ben jij die rapper niet van Stuivenberg? Muziek is echt goed amai dat boert zeker veel cash? Het was ooit anders zegt rappen voor een cola, Zelf ook geprobeerd maar dat idee voer al snel af tja, Goei soeveniers mogen er ook zijn, Verder alles 't zelfde hier nog altijd voer voor media, Niets verandert buiten seizoen en leeftijd, Ik zit nog altijd in de knoei, ik hem nog altijd geen geld, T'ergste van al ik zien mijn kinderen op hetzelfde pad, Op weg naar 't zelfde lot de statistieke zeggen dat, Ik boks vor de toekomst maar inca**eer dubbel zo hard, Ik kan niet meer doen dat ik kan, verliezen doet pijn, Jij noemt mij een 'social' en ik weet dat, Maar ik was nooit voor mijn plezier OCMW klant, Maar ik doe het nu op mezelf al is het zonder praal en pracht, Deze Belg verlaat nooit de wijk al blijf ik als enige, Vanop het De Koninckplein naar de Sint-Jan, Ik rol, de misère de wijk door naar 't hospital, Ik hoor, een schreeuw, een kreet om aandacht, Voor ons, en hun, problemen in de wijk, Ik rij het schijnpoort door richting den dam, Ik zie, het zelfste verhaal langs de spoorlijn, Ik hoor, een schreeuw, een kreet om aandacht, Voor ons, en hun, verhalen van de wijk, Bruine ogen lopen door de wijk, Zoals de routine verplicht poseert hij even bij mij, Op de hoek van de straat altijd plaats vor een goeiendag, "aleikum selem, labaz kidir el haj", Uw zoon, mijn broer, Tot in Rabat of het einde van de wereld voor mijn part dat was toen, Stoten meegemaakt samen dat zag u ook, We kwamen thuis met een lach ook ingehouden tranen soms, Hij zei, ik ben blij voor jullie echt waar, En fier op mijn zoon hij heeft het toch maar gedaan, Ondanks dat het niet altij even simpel is met zo een naam, Voor velen zijn en blijven wij Marokkaan, pertang (maar toch), Ik voel mij even goed Antwerpenaar, je weet Ik klap (spreek) soms platter als mensen van hier, En toch strijden schapen alsof er veel verschil is, Maar in élke kudde schuilen wolven, uit op verdriet, In welk jaar zitten we nu, een beetje achterhaald, De ene roept blank Vlaanderen en de ander een religieuze staat, Diversiteit een feit, ze hebben geen verhaal, Ze delen haat in het hart, en deze blijkt fataal, Idioot, ze maken het moeilijk vor ons, Verdelen de gewone mens en klagen dan da ze niet same gaan, Het is erg maar, wat kunnen ze doen he, Ik ben thuis hier en voel me goed, in mijn Seefhoek, Vanop het De Koninckplein naar de Sint-Jan, Ik rol, de misère de wijk door naar 't hospital, Ik hoor, een schreeuw, een kreet om aandacht, Voor ons, en hun, problemen in de wijk, Ik rij het schijnpoort door richting den dam, Ik zie, het zelfste verhaal langs de spoorlijn, Ik hoor, een schreeuw, een kreet om aandacht, Voor ons, en hun, verhalen van de wijk,