Daar waar een meeuw een Katwijkse duif is En Rembrandt ooit zijn kwast heeft ontdekt Daar waar iedereen de ‘rambam' kan krijgen En het woord rabarber zo lekker bekt Daar waar 't altijd regent op 2 oktober En iedereen feest viert op de markt in de gracht Daar waar corpsbal en glibbers versmelten En samen op de reveille wacht Ja dat is mijn stadje, dat is mijn Leiden, stad waar m'n wieg aan de Rijn heeft gestaan La la la Leiden, la la la Leiden Stad waar ik nooit meer weg wil gaan La la la Leiden, la la la Leiden, la la la Leiden, tra la la La la la Leiden, la la la Leiden, Stad waar ik nooit meer weg wil gaan Daar waar Sinterklaas een rollende R heeft En Armin van Buuren in een Nexus begon Daar waar de peurbakken door de gracht varen En Rubberen Robbie zijn liedjes verzon Daar waar luidruchtige gasten op een brommert meteen naar z'n bledder krijgt: Houd je koker, juh darm Daar waar iedereen haring en brood krijgt Maakt niet uit of je rijk bent of arm Ja dat is mijn stadje, dat is mijn Leiden, stad waar m'n wieg aan de Rijn heeft gestaan La la la Leiden, la la la Leiden Stad waar ik nooit meer weg wil gaan La la la Leiden, la la la Leiden, la la la Leiden, tra la la La la la Leiden, la la la Leiden, Stad waar ik nooit meer weg wil gaan Daar waar iedereen, oh god, blut is op 4 oktober En men totaal naar de getver is Daar waar de markt, de markt, de markt, naar verrotte vis ruikt En de grachten gevuld zijn met bier, hutspot en pis La la la Leiden, la la la Leiden, la la la Leiden, tra la la La la la Leiden, la la la Leiden, Stad waar ik nooit meer weg wil gaan La la la Leiden, la la la Leiden, la la la Leiden, tra la la La la la Leiden, la la la Leiden, Stad waar ik nooit meer weg wil gaan