Marietje was een keertje vroeg opgestaan Het was pas kwart voor acht Marietje was een keertje vroeg opgestaan Het was pas kwart voor acht Want ze wilde naar 't bos toegaan Hailie (Hailie), hailoo (Hailoo), het bos toegaan Waar de zwarte bramen staan Want ze wilde naar 't bos toegaan Hailie (Hailie), hailoo (Hailoo), het bos toegaan Waar de zwarte bramen staan En toen Marietje in 't bos aankwam Zag zij de jagerszoon En toen Marietje in 't bos aankwam Zag zij de jagerszoon En hij hielp haar bramen plukken Hailie (Hailie), hailoo (Hailoo), ja, plukken Haar hele mandje vol, ja, vol En hij hielp haar bramen plukken Hailie (Hailie), hailoo (Hailoo), ja, plukken Haar hele mandje vol Maar in 't bos daar zijn de jagers Hailie (Hailie), hailoo (Hailoo), de jagers En die jagen er op los En toen Marietje weer naar huis toe ging Waren haar wangetjes rood En toen Marietje weer naar huis toe ging Waren haar wangetjes rood En ze had voor 't jaar verstreken was Hailie (Hailie), hailoo (Hailoo), verstreken was Een kindje op haar schoot, ja, schoot En ze had voor 't jaar verstreken was Hailie (Hailie), hailoo (Hailoo), verstreken was Een kindje op haar schoot Want in 't bos daar zijn de jagers Hailie (Hailie), hailoo (Hailoo), de jagers En die jagen er op los Dus wie een leuke lieve dochter heeft Die stuurt haar nooit naar 't bos Dus wie een leuke lieve dochter heeft Die stuurt haar nooit naar 't bos Want in 't bos daar zijn de jagers Hailie (Hailie), hailoo (Hailoo), de jagers En die jagen er op los, op los En in 't bos daar zijn de jagers Hailie (Hailie), hailoo (Hailoo), de jagers En die jagen er op los En in 't bos daar zijn de jagers Hailie (Hailie), hailoo (Hailoo), de jagers En die jagen er op los