Ik liep tot ik zijn ogen zag, ik zie ze nog voor mij Vol donkerblauw verlangen waren zij Hij liet zich zomaar vangen aan een klein gebaar van mij En veel te veel tesamen waren wij De dagen gingen voorbij en altijd zei hij Er is niemand, niemand, niemand zei hij Er is niemand, niemand, niemand zoals wij De dagen werden maanden en twee namen werden één Ons onderscheid vervaagde en verdween We leefden en we lachten en we hadden elkaar lief De buitenwereld zag ons collectief De jaren gingen voorbij en altijd zei hij Er is niemand…. Niemand zoals wij