Drukwerk - Stien lyrics

Published

0 195 0

Drukwerk - Stien lyrics

In de ochtend druilt de regen thee met m'n zuurverdiend brood de vrijgezellenflat valt tegen drie bij vier is niet zo groot maar waar moet ik heen de stad maakt mij alleen maar waar moet ik heen de stad maakt mij alleen maar in de rij bij ka**a zeven dan kom ik weer tot leven want achter die ka**a, daar zit Stien ze kan aanslaan wat ze wil want mijn hart dat staat daar stil als ze zegt: meneer, het is achtendertig tien Naar het werk ga ik fietsen veel collega's op kantoor af en toe een sjekkie bietsen ze luisteren maar met één oor het loopt al tegen vijf de chef: of ik overwerken blijf het loopt al tegen vijf de chef: of ik overwerken blijf maar in de rij bij ka**a zeven dan kom ik weer tot leven want achter die ka**a, daar zit Stien ze kan aanslaan wat ze wil want mijn hart dat staat daar stil als ze zegt: meneer, het is achtendertig tien Bij de TeeVee suffen en gapen de omroepster jongens wat een meid! na de piraat ga ik maar slapen morgen is het weer vroeg tijd maar ga ik dromen op m'n zij sta ik te wachten in die rij ga ik dromen op m'n zij sta ik te wachten in die rij want in de rij bij ka**a zeven daar kom ik weer tot leven want achter die ka**a, daar zit Stien ze kan aanslaan wat ze wil want mijn hart dat staat daar stil als ze zegt: meneer, het is achtendertig tien maar in de rij bij ka**a zeven daar kom ik weer tot leven want achter die ka**a, daar zit Stien ze kan aanslaan wat ze wil want mijn hart dat staat daar stil als ze zegt: meneer, het is negenvijftig tien