Dat-ie zijn moeder hoorde schreeuwen Zag hoe de deur werd ingetrapt Zag hoe zijn vader werd geslagen Dat-ie nooit meer iets anders ziet Dat kunnen ze niet weten Daarover praten doet hij niet Meneer Van der Velde is aardig Meneer Van der Velde is lief Hij doet zijn best Maar hij is heel snel moe Zit liever op de bank Nergens naar toe Dat-ie zijn oma nog ziet huilen Zijn opa zwaait nog uit de trein Niemand is ooit teruggekomen Hij is nog altijd even klein Dat kunnen ze niet weten Daar heeft-ie nooit iets van gezegd Meneer Van der Velde is keurig Meneer Van der Velde is net Hij valt je nooit lastig Hij doet altijd mee Het is een vriendelijke man Die alles zelf nog kan Dat-ie doodsbang is voor de zusters Alleen hun uniformen ziet En elke dokter is de kampbeul Daarover praten wil hij niet Ze mogen het niet weten Hij heeft er nooit iets van gezegd Meneer Van der Velde is rustig Meneer Van der Velde is stil Hij kleedt zich uit Maar hij wil niet naar bed Het is een reuzelieve man Die alleen niet slapen kan En telkens, 's avonds als het donker is En hij hoort lopen op de gang Dan houdt-ie het niet meer Dan kruipt hij in het gat onder zijn bed Dan is-ie bang Want dan gebeurt het allemaal weer, weer, weer Meneer Van der Velde is aardig Meneer Van der Velde is beleefd Hij geeft je een hand Zegt keurig goedendag Het is een hele lieve man Die alleen niet huilen kan Het is een hele stille man Die niet vergeten kan