Hij is een jongen van 't noorden Een meter tachtig lang en blond Het is een man van weinig woorden Een nazaat van de koude grond Zij is een dochter van 't zuiden Met een heel ander temperament Maar toch heb ik in heel m'n leven Niet zo'n gelukkig paar gekend Anders, allebei anders Alles is anders bij allebei Anders, allebei anders Maar met elkander allebei blij Anders, allebei anders Alles is anders bij allebei Anders, allebei anders Maar met elkander allebei blij Zij is vaak wild en uitgelaten En zich soms nergens van bewust Maar als 't allemaal teveel wordt Komt zij bij hem totaal tot rust Hij is soms somber en humeurig En heeft een hele harde kop Maar wordt ie werkelijk verdrietig Dan vrolijkt zij 'm wel weer op Anders, allebei anders Alles is anders bij allebei Anders, allebei anders Maar met elkander allebei blij Anders, allebei anders Alles is anders bij allebei Anders, allebei anders Maar met elkander allebei blij Het noorden is soms al te nuchter 't Zuiden draaft soms lelijk door Maar die twee samen, dat is liefde Daar zijn gewoon geen woorden voor Hij danst de sirtaki op zijn klompen Zij vlindert overal doorheen Zij zijn zo een en ook zo anders Zij zijn zo anders en zo een Anders, allebei anders Alles is anders bij allebei Anders, allebei anders Maar met elkander allebei blij Anders, allebei anders Alles is anders bij allebei Anders, allebei anders Maar met elkander allebei blij Anders, allebei anders Alles is anders bij allebei Anders, allebei anders Maar met elkander allebei blij Anders, allebei anders Alles is anders bij allebei