Een avond in november, met vlagen koude regen In rails en natte straten glom het neonlicht Ik reed doelloos rond, geen plaats om te parkeren En in 't café geen enkel echt bekend gezicht Je zei dat je verrast was dat ik je op kwam zoeken Het is hier niet veranderd en het ziet er hier echt goed uit Je praatte wat nerveus en zette haastig koffie En ik dacht terug aan vroeger, aan de warmte van je huid Ik hoorde je van alles over iedereen vertellen We luisterden en praatten en draaiden er omheen Je wist waarvoor ik kwam, ik zag het aan je ogen We dachten allebei aan hoe het zijn zou, zo meteen Je wist je niet goed raad maar je kon het niet verbergen Ik zei dat je heel fijn was en je schoof bij me vandaan Je deed het niet uit onwil, maar uit angst voor oude wonden Uit angst dat ze door warmte weer open zouden gaan Misschien deed je het wel omdat je bang was voor een afscheid Als 't morgen weer voorbij zou zijn en jij weer achterbleef Dus ik zei dat ik moest gaan en ik zei: "Het was gezellig" Je lachte bijna opgelucht en je keek me peinzend na En buiten in de auto bleef ik nog zitten kijken Hoe achter de gordijnen van de flat het licht verdween En we waren in de armen van het nameloze donker Allebei ons zelf weer en allebei alleen