[WAPENSPRAAK & DRINKGELAG]
Van overzee kwam het sijpelend binnengedropen
Kwaad bloed bevlekt de troon en grijpt macht
De ijzeren ploegschaar scheurt de wonden wijd open
En de grond rust voor eeuwig onder 't juk van het mensengeslacht
Onder de heuvels aan de zoom van het woud
In holen ligt het oude verscholen – bij winterkou
Geen mensenziel aan de rand van 't gemeneveld
Bij 't laatste zonlicht komt de geest die hem kwelt
... en zijn dagen zijn geteld!
"Nun bin ich so alt wie der Westerwald
Und hab nicht gesehen
Daß jemand in Schalen kocht."
Slaap zacht! Wij komen bij nacht
De roof der wisselkinderen
Geen mens kan dit verhinderen
Slaap zacht! Elfenspreuk en toverkracht
Van wieg tot koekoeksnest
't Wolvenjong in schapenvacht!
Slaap zacht! Wij komen bij nacht
De roof der wisselkinderen
Geen mens zal ons nog hinderen
Slaap zacht! De wissel van de wacht
Van wieg tot koekoeksnest
Groeit 't wolvenjong in schapenvacht!
Geen deur gesloten houdt buiten de wind
Die fluitend het vlees vreet van 't blørende mensenkind
En 't ochtendgloren onthult de grimmige staar
De elfenworp van de gruw'lijk stinkende WISSELAAR!
Welvarend land van een beschaving decadent
De aarde bevrucht en het wild werd getemd
Maar de ziel van het woud sloeg de mensenhand niet neer
't Ligt niet al te slapen in het hol van de beer
Å en wij komen met nog meer!