Omr Arie was ongeveer tachtig
Ome Willem was ook net zoiets
Ze vonden het leven nog prachtig
Ze zaten nog recht op de fiets
Ze zagen elkaar alle dagen
In het dorp, in het kleine café
En ze hielden van sarren en plagen
Als ze samen biljartten, die twee
Café Biljart, Café Biljart
Klein stukje groen voor het eenzame hart
Het schuifje zegt klik, balletje tik
Die ene ben jij, die andere ben ik
Het was steeds een sigaar en een slokje
Al hesen ze niet meer zo snel
Ze keken niet eens op hun klokie
Zo gingen ze op in hun spel
En boven het groen van het laken
Daar leken ze jonger, zowaar
Ze probeerden mekaar af te maken
Maar ze konden niet buiten mekaar
Café Biljart, Café Biljart
Klein stukje groen voor het eenzame hart
Schuifje zegt klik, balletje tik
Die ene ben jij, die andere ben ik
Het was koud, het was eind januari
En Willem stond al aan de tap
Toen kwam iemand zeggen dat Arie niet kwam
Eerst had het nog iets van een grap
En Willem, dat was een aparte
Hij zei toen die de boodschap ontving
"Alleen kan een mens niet biljarten"
Hij zette zijn pet op en ging
Café Biljart, Café Biljart
Klein stukje groen voor het eenzame hart
Schuifje zegt klik, balletje tik
Die ene ben jij .... en die andere ben ik