Wie mag, o God, bewonen
Uw tent, uw berg die heilig is?
Alleen wie doet wat recht is
Wie recht door zee en echt is
Zo iemand spreekt van niemand kwaad
Misleidt de ander voor geen prijs
Laat vriend en vijand in hun waarde
Hij die verwerpt wie u verwerpen
En die omarmt wie u omarmen
Is kind bij u aan huis
Wie mag, o God, bewonen
Uw tent, uw berg die heilig is?
Alleen wie doet wat recht is
Wie recht door zee en echt is
Een mens die doet wat hij belooft
- al is dat niet in zijn belang –
Die niet ten koste van een ander
Zichzelf verrijkt, die niet corrupt is
Die nooit onschuldigen benadeelt
Wie zo leeft, leeft voorgoed