Ik zou je willen vragen, het eens een keer met mij te wagen, maar ik weet niet hoe.
Ik zou iets willen zeggen, wand er is veel om uit te legen, maar ik weet niet hoe.
Ik zou je willen kennen, zo dat ik je meer nog kan verwennen, maar ik weet niet hoe.
Ik zou je willen stelen. Zo dat ik je met niemand hoef te delen, maar ik weet niet hoe.
Ik zou je liefde willen geven, en met je samen willen leven.
Win in jou vertrouwen, en waanzinnig van je houden.
Maar ik weet niet hoe, oh oh oh oh.
Ik weet niet hoe, oh oh oh oh, ik weet niet hoe.
(hij weet niet hoe, hij weet niet hoe, hij weet niet hoe)
Ik zou je overstelpen met mijn cadeaus als dat zou helpen, maar ik weet niet hoe.
Ik zou je willen kopen, mijn ziel en zaligheid verkopen, maar ik weet niet hoe.
Ik zou je willen ringen, en als een lijster laten zingen, maar ik weet niet hoe.
Ik zou je willen kooien, en dan geleidelijk ontdooien, maar ik weet niet hoe.
Ik zou je koning willen kronen, en in palijzen laten wonen.
Luchtkastelen bouwen, en dan waanzinnig van je houden.
Maar ik weet niet hoe, oh oh oh oh.
Ik weet niet hoe, oh oh oh oh, ik weet niet hoe.
(hij weet niet hoe, hij weet niet hoe, hij weet niet hoe)
Ik zou je willen winnen, door de Sahara te ontginnen, maar ik weet niet hoe.
Ik zou je willen smeken, het van de kansol willen preken, maar ik weet niet hoe.
Ik zou je lichaam willen strelen, maar ach dat deden al zo velen.
Bij me willen houden, Maar ik weet niet hoe, oh oh oh oh.
Ik weet niet hoe, oh oh oh oh, ik weet niet hoe.
(hij weet niet hoe, hij weet niet hoe, hij weet niet hoe)
Ik zou je willen stelen. Zo dat ik je met niemand hoef te delen, maar ik weet niet hoe.
Ik zou je willen smeken, het van de kansol willen preken, maar ik weet niet hoe.