Je glijdt langzaam uit je jas.
Schudt het water van je af.
Weer een winter, weer een storm.
Oh, weer een dag.
En nog tranen zat.
Je hebt lang genoeg gewacht.
Weet niet eens precies op wat.
En het wordt maar niet lichter, zo licht in je hoofd.
Alles afgezwakt.
En toch weer een dag.
Als de tijd gewoon even zo bleef staan, had je je gedachtes even uitgedaan.
Je ogen even dicht, tot alles wegvaagd.
Je ziet de duinen door de ruit.
Moest het huis maar weer eens uit.
Al zo lang niet geslapen, steeds vaker gedroomd.
Van een nieuwe dag.
Stap voor stap.
En je leunt zachtjes in de wind.
Loopt dan langzaam het koude water in.
En je haar is een chaos, je hoofd eindelijk schoon.
Langzaam, stap voor stap.
Wat een mooie dag.
En je haar is een chaos, je hoofd eindelijk schoon.
Langzaam, stap voor stap.
Wat een mooie dag.