De schapen die blaten, de kaka zegt: toe!
De mensen die praten, de ka die zegt boe.
Maar ons aller nijlpaard interesseert dat geen fluit,
Hij ligt in de modder en maakt geen enkel geluid.
De apen in Artis die stellen zich aan,
Ze krijsen en gillen voor een simp'le banaan.
Maar ons slimme nijlpaard verzet nog geen poot,
Hij gaapt afentoe eens en verdient zo z'n brood.
Ref.
Leve het nijlpaard!
Wat een schitterend dier!
Dik, lui en lelijk
Ligt hij in de rivier.
Je hoort hem nooit klagen.
Het nijlpaard heeft stijl:
Hij ligt alle dagen,
Met z'n kont in de Nijl!
Het nijlpaard heeft maling aan uiterlijk schoon,
Zoals ie eruit ziet, zo is tie gewoon.
Hij maakt zich niet op en doet ook niet aan de lijn,
Maar ligt dik en lelijk gelukkig te zijn.
Dus als je heel lui bent met 'n lelijke snuit,
Wat kan jou het schelen, wat maakt dat nou uit.
Want neem nou het nijlpaard, die is altijd tevree,
Die gezellige dikkerd die zit nergens mee.
Ref.
Leve het nijlpaard!
Wat een schitterend dier!
Dik, lui en lelijk
Ligt hij in de rivier.
Je hoort hem nooit klagen.
Het nijlpaard heeft stijl:
Hij ligt alle dagen,
Met z'n kont in de Nijl!
Hij ligt alle dagen,
Met z'n kont in de Nijl!