Daar loopt ie alleen, alleen en in z'n eentje,
Z'n lichaam nog kleiner dan z'n tas.
Daar loopt ie alleen, te dromen in z'n eentje,
Z'n wereld nog groter dan zijn bosatlas.
Hij spreidt z'n jas tot vleugels,
En de wind die neemt hem mee.
Hij zweeft hoog boven het schoolplein
En dan lanDT ie met dee tee.
Daar zit ie alleen, alleen en in z'n eentje,
Naast het aquarium in de klas.
Daar zit ie alleen en schrijft met z'n vinger
De naam van de mooiste maanvis op 't glas.
Hij leest boven de oefening
De vetgedrukte zin:
Vul op elk stippellijntje,
Niet meer dan één woord in!