Zeven kippen woonden keurig in een keurig kippenhok Lekker fris en lekker fleurig van de bodem tot de nok Oh ze leefden heel tevreden nagenoeg in harmonie Zonder teveel moeilijkheden, zonder teveel fantasie tok tok tok tok Meester haan een zeer geleerde, maar een veel te goeie sok Die met slappe poot regeerde en d'r nooit es flink aan trok Hij verdeed zijn tijd met preken over plicht en over recht En d'r werd soms in geen weken een behoorlijk ei gelegd tok tok tok tok Op een keertje bracht de baas er een kip bij in 't kippenhok Man dat gaf een boel gelazer, een gekibbel en geknok Als duivels uit de hel van dampte vielen ze allen op haar aan Maar die nieuwe wist van wanten nee die liet zich niet verslaan tok tok tok
En ze joeg ze alle zeven van zich af en op de stok Dat gaf aan hun kippenleven een opmerkelijke schok Vanaf toen werd heel de horde door de nieuwe kip geleid Die herstelde dra de orde en de produktiviteit tok tok tok tok Meester haan was niet te houwe en hij kraaide kuklukok Lieve kip 'k wil met je trouwen sta mij toe dat ik met je hok Alle kippen blij van geestje vierden bruiloft nou en hoe Maar aan 't einde van 't feestje stond het noodlot en sloeg toe tak tak tak En die morgen na hun trouwen stierven beiden op het blok Nou is alles bij 't ouwe niks meer aan in 't kippenhok De moraal is even grondig als gemakkelijk te verstaan