In de kamer schijnt licht Maar er wordt niet opengedaan Sommige mensen zijn nooit thuis Toen maar weggegaan Ik heb je recht in de ogen gekeken En toen Toen zag ik mezelf Er trilde iets was het je ooglid Je hebt me daarna veel verteld Je voelde je soms verlaten Van alles en iedereen Je wist niet hoe te leven Naderhand blootgegeven Je kon niet tegen oneerlijkheid
Voerde oorlog tegen onrechtvaardigheid En die verraders onder je vrienden Die zich alleen maar van jou bedienden Je hebt gedaan Alsof jij een van hen was Maar uiteindelijk Voel jij je met niemand verbonden Je loopt alleen rond Onbegrepen Op een enkeling na Van wie je dan ook houdt Je hebt jezelf weggegeven Zonder omkijken zonder zelfbehoud