Als ik de dorst drink van het wachten
En de tijd slikt die je morst
Als ik de lange lege nachten leer begraven in mijn borst
Als ik de honger leer verbergen
Van jouw veel te verre mond
Als ik de dagen stil zag zweten
Die door zwijgen zijn verstoord
Durf jij, durf jij
Me dan te zeggen dat je komt?
Durf jij, durf jij
Als ik door distels naar je toekruip
Op een brandend pad van grind
Als ik door oerwoud naar je toesluip
Angstig rillend als een kind
Als ik rivieren overzwem
Naar het land waar jij verblijft
Als ik de wilde zeeën tem
Op een vlot dat amper drijft
Durf jij, durf jij
Me dan te zeggen dat je blijft?
Durf jij, durf jij
Weer een lied is het oude liedje
Wat zal zijn is wat eerder bestond
Voel jouw brand in je hart dan geniet je
Maar de klok tikt
En alles is rond
Ja
En als je eindelijk zult proeven
Wat je niet wist dat bestond
Als jij niets hoeft, dan te vertoeven
Op de stilte van mijn mond
Als dorst en honger zijn gestild
Niets dan voortaan nog bestaat
Als jij niet meer voor mij verschilt
Stilt de meer dat in de straat
Durf jij, durf jij
Me dan te zeggen dat je gaat?
Durf jij, durf jij
Me dan te zeggen dat je blijft?
Durf jij, durf jij
Me dan te zeggen dat je komt?
Durf jij, durf jij
En de klok tikt
En alles is rond
Jeah, nanajaidadadadadadai
Laidaidadadadadada
Daidadada