(nummer één, één...) Je had die blik in je ogen
(nummer twee, twee...) Ik wou echt alles geloven
(nummer drie, drie...) In je ogen wou ik echt verdrinken
(nummer vier, vier...) Je was me zachtjes aan 't strelen
(nummer vijf, vijf...) Ik wou nog meer met je delen
(nummer zes, zes...) Je kwam zo dicht dat ik niet kon ontkomen
Maar de grootste zonden dat is nummer zeven (nummer zeven)
Ik kuste jou nog voordat ik je vroeg: voel jij ook wat voor mij?
Zeven zonden in één nacht
Zeven zonden door jou bedacht
Je maakt me verlegen, maar niks houdt me tegen
Jij doet me blozen als je lief naar me lacht
Zeven zonden pleeg ik voor jou
Zeven zonden, ik geef om jou
Niks kan me nog schelen, ik wil je zelfs stelen
Van al die zonden heb ik echt geen berouw
(nummer één, één...) Je ligt nu zacht in m'n armen
(nummer twee, twee...) 'k Wil mij aan jou graag verwarmen
(nummer drie, drie...) Ik wist niet dat mij dit zou overkomen
(nummer vier, vier...) Je bent echt niet te beschrijven
(nummer vijf, vijf...) Mag ik vannacht bij je blijven
(nummer zes, zes...) Mijn bloed gaat door jou nog veel sneller stromen
Maar ik smeekte jou, vergeef me toch nog even (toch nog even)
Want ik wil nu echt nooit meer bij jou vandaan
Zeven zonden in één nacht
Zeven zonden door jou bedacht
Je maakt me verlegen, maar niks houdt me tegen
Jij doet me blozen als je lief naar me lacht
Zeven zonden pleeg ik voor jou
Zeven zonden, ik geef om jou
Niks kan me nog schelen, ik wil je zelfs stelen
Van al die zonden heb ik echt geen berouw
Zeven zonden in één nacht
Zeven zonden door jou bedacht
Je maakt me verlegen, maar niks houdt me tegen
Jij doet me blozen als je lief naar me lacht
Zeven zonden pleeg ik voor jou
Zeven zonden, ik geef om jou
Niks kan me nog schelen, ik wil je zelfs stelen
Van al die zonden heb ik echt geen berouw