Ik herkende hem van heel erg lang geleden, hij begon meteen te zeuren over toen. Zo'n gesprek is met een glimlach te vermijden, een masker dat niets terugzegt en toch beleefd blijft doen. Maar opeens dacht ik: het kan me ook niet schelen, en in plaats van dom te antwoorden op weer een domme vraag zei ik dat hij me ontzettend ging vervelen. Ik zei: ik zet geen masker op. Geen carnaval vandaag. Geen carnaval vandaag. Ik moest met een belangrijk iemand praten en werd ook nog aan zijn bazen voorgesteld, en ik had het ogenblikkelijk in de gaten: ze gebruiken mij alleen maar voor het maken van veel geld. In plaats van deze zaak te overwegen, in plaats van: mijne heren, ja natuurlijk en heel graag, sprak ik de hoop uit dat ze snel de tering kregen.
Ik zei: ik zet geen masker op. Geen carnaval vandaag. Geen carnaval vandaag. Ze stond met van die dromerige ogen alsof ze zeggen wou: ik voel me hier niet thuis. Want het was carnaval en alles scheen te mogen, dus ik draaide om haar heen als een straatkat om een muis. Maar toen dacht ik aan wat ik me had voorgenomen, en gewapend met mijn eerlijkheid en een link stuk in mijn kraag vroeg ik: heb je zin om met me mee te komen? Zij zei: zet eerst dat masker af. Geen carnaval vandaag. Geen carnaval vandaag. Ik zet geen masker op. Geen carnaval vandaag. Geen carnaval vandaag. Geen carnaval vandaag. Geen carnaval vandaag. Geen carnaval vandaag.