Een speeldoos, een speeldoos uit lang vervlogen tijd
Er was een heel klein herderinnetje van breekbaar wit porselein
En als de speeldoos tinkelde dan danste zij sierlijk op 't refrein Er stond een herder tegenover haar, maar onbereikbaar was hij
Want zelfs als zij de speeldoos om een dansje vroeg, kwam hij niet
dichterbij refrein:
Ook hij kon niet gelukkig zijn, zo ver van haar vandaan
Maar een fee kwam zacht op een lentenacht
En raakte hen heel voorzichtig aan
De herder en z'n herderinnetje zijn nu voor altijd een paar
En als u dit verhaaltje niet geloven wilt
Vraag die fee er dan zelf een keertje naar Want dit sprookje is waar refrein Want die twee zijn nu werkelijk bij elkaar
Dus dit sprookje is waar