Wie, uit vaderlandse plicht, heeft de scholen opgericht?
(Wie, uit vaderlandse plicht, heeft de scholen opgericht?)
Dat was Kareltje de Grote, Kareltje de Grote
Wie gaf ons, op zijn gezag, eens per week een vrije dag?
(Wie gaf ons, op zijn gezag, eens per week een vrije dag?)
Dat was Kareltje de Grote, Kareltje de Grote
Ja, dat zoontje van Pepijn deed ons veel verdriet
En hij stuurde ons heel fijn met een kluitje in 't riet
Wie, uit vaderlandse plicht, heeft de scholen opgericht?
(Wie, uit vaderlandse plicht, heeft de scholen opgericht?)
Dat was Kareltje de Grote, Kareltje de Grote
Voltooid verleden tijd
Drie plus drie is zes
Dierkunde en vlijt
Aardrijkskundeles
En veel (En veel)
Dictees (Dictees)
Dat is dan te danken aan de Kareltje de Grote
Had ie maar z'n baard gestreeld, dan had hij ons niet verveeld
(Had hij maar z'n baard gestreeld, dan had hij ons niet verveeld)
O, o, Kareltje de Grote, Kareltje de Grote
Was ie maar op jacht gegaan, dan zou er geen school bestaan
(Was hij maar op jacht gegaan, dan zou er geen school bestaan)
O, o, Kareltje de Grote, Kareltje de Grote
Bijna had men hem vermoord
Maar 't staat wel vast
Dat hij, het is ongehoord
Werd gered door ed'legast
Had men hem toen maar gedood, dan was hij nu niet meer groot
(Had men hem toen maar gedood, dan was hij nu niet meer groot)
O, o, Kareltje de Grote, Kareltje de Grote
Voltooid verleden tijd, voltooid verleden tijd
Drie plus drie is zes, drie plus drie is zes
Dierkunde en vlijt, dierkunde en vlijt
Aardrijkskundeles, aardrijkskundeles
En veel (En veel)
Dictees (Dictees)
Dat is dan te danken aan de Kareltje de Grote
De moraal van dit verhaal: zonder hem geen schoollokaal
(De moraal van dit verhaal: zonder hem geen schoollokaal)
O, o, Kareltje de Grote
O, o, Kareltje de Grote
O, o, Kareltje de Grote
O, o, Kareltje de Grote