Hij was mijn allergrootste fan, ik weet 't zeker
Er was geen betere komiek voor hem dan ik
Maar ach, wat wil je, 't was per slot m'n eigen vader
Aan mijn succes twijfelde hij geen ogenblik
Als kind al speelde ik zo graag dat ik artiest was
Van ouwe lakens maakte ik dan een toneel
En 't publiek was mijn moeder en mijn vader
Ik geef toe, aan hun kritiek had je niet veel
Maar toen ik ouder werd en mijn publiek ging groeien
Zat weer mijn vader op de allereerste rij
Zo hard te klappen en te lachen om mijn grappen
Dat iedereen onmiddellijk zag: die hoort erbij
Hij stuurde menigmaal een briefje naar de omroep
Ze draaiden veel te weinig plaatjes van zijn zoon
En de televisie gaf mij ook te weinig zendtijd
Dat was een schande, riep ie vaak op luide toon
Maar mijn ster ging rijzen met mijn vader als promotor
Hij deelde vele kleurenfoto's van mij rond
En wee degene die 't waagde om te zeggen
Dat ie de grappen van mij niet zo aardig vond
Op de kritiek die men mij toedacht in de kranten
Die trok die ouwe zich als niemand anders aan
"Zijn ze belazerd om dat allemaal te zeggen!
Ik haal die vent achter zijn schrijfbureau vandaan!"
Wat was ie trots als ik premiere van een show had
In Rotterdam of in Den Haag of in Carre
Dan zei hij graag zo langs zijn neus weg tegen mensen
Dat ie mijn vader was, de vader van Andre
Gelukkig heeft ie dat nog jaren kunnen zeggen
En dat is iets waar ik bijzonder blij om ben
Want op de dag, ik zal 't nooit vergeten
Dat ik hem verloor, verloor 'k mijn allergrootste fan