Goeie morgen!
Goeiemiddag meneer
Ach, een nieuw gezicht?
Nee hoor, dat heb ik al jaren
Ben u hier al lang?
Nee, ik kom net binnen. Door de deur
Hoe is de naam?
De voordeur
Nee, uw naam
O, mijn naam is Michiel
Och, dat is toevallig, ik heet namelijk Jan
't Is niet waar
Ik ken een zekere Kees
Die is lang, dun en mager en die heb een grote rooie baard
Ben u dat misschien?
Inderdaad, maar dan zonder bril
Ja, natuurlijk
Heb u misschien zin in een glas rooie wijn?
Rooie wijn?
Wat voor kleur?
Ja, dat weet ik niet
Waarom niet?
Nou, ik heb 't namelijk niet in huis
Ach, doet u mij dan maar een kopje koffie zonder melk
Och jee, de melk is op, meneer
Doe dan maar zonder suiker
Heel graag
Zeg!
Ja?
Zou ik misschien even naar huis mogen bellen?
Natuurlijk
Weet u 't nummer?
Nee, dat zou ik niet weten, nee
Waarom niet?
Ik heb geen telefoon
O, da's jammer
Ach, maakt niet uit
Waarom niet, meneer?
'k Ben toch niet thuis, zodoende
Begrijp u wel?
Eh, lekker weertje vandaag, vindt u niet?
Nou, 'k weet niet, ik ben namelijk de hele dag buiten geweest, zodoende
Ja, dat begrijp ik
Zeg, meneer, tussen twee haakjes, ik weet een leuke grap
Ach
Denk u nou 's aan een nummer tussen een en drie
Tussen een en drie
Ja, dat zal moeilijk gaan
Hoezo?
Ik eet altijd tussen een en drie
O, vandaar
Wilt u misschien een gevulde koek?
Nee, dank u, ik maak 'm net uit
O
Zeg!
Ja?
Ze hebben van de week ouwe Gerrit nog begraven
Ach jee!
Ja
Weet u misschien toevallig wat z'n laatste woorden waren?
Jazeker: "Laat me d'r uit, ik ben niet dood"
Nou
Wat ik u vragen wou, meneer
Heb u eigenlijk kinderen?
Jazeker, ik heb drie kinderen
O!
De helft d'r van zijn jongens
Ach, dan is 't een drieling dus
Twee d'r van wel, ja
Zozo
Nou, ik mot d'r weer es vandoor, he
Kom u nog terug meneer?
Jazeker
Waar?
Hier
Maar, u bent nou toch hier?
Ja, maar daar ken ik natuurlijk niet op staan wachten, hè?
Nee, dat is zo
'k Zou zeggen; goeiemorgen
Goeiemiddag!