Refrein:
Nee, ze zijn er niet meer, die maten van toen
En ik had nog wel een potje willen zwikken
Met ome Frits en lange Henk, om een toepie te doen
Ze hebben me gewoonweg laten stikken
Nee, ze zijn er niet meer, en ik had nog wel zo'n zin
Om een klaverja**ie te maken
Ook al ging ik er voor mijn part een keer of zeven in
Maar zo heb ik nooit iemand zien verzaken
Ik dacht: Ik ga weer eens een keer naar m'n ouwe stamcafe
Daar hing altijd zo'n sfeer, de hele handel deed daar mee
De vrouw zei: "Geen probleem, daar maak ik geen punt van
Dan wip ik weer een keertje bij een ouwe vriendin an."
Dus ik met lijn vier en een opperbest humeur
Staat er zo'n portier met een luikie in de deur
Zo'n knaap met van die grote handen zoals een kolenschop
En geef je 'm geen piek dan krijg je een knijter voor je kop
Refrein
En achter die tap, nou joh, wat daar nou zit
Ik dacht: Dat is een grap met zo'n konijnengebit
En zulke vogels die keken me aan
Alsof ze wilden zeggen: Zeker bij de vrouw vandaan
Maar ik kreeg toch een pils, het koste wel een kwartier
En ene gulden zestig en zo dood als een pier
Ik dacht: Mensen bekijk 't, we moesten maar weer gaan
'k Heb heus nog wel een pijpie in m'n eigen ijskast staan
Ze zijn er niet meer, en ik had nog wel zo'n zin
Om een klaverja**ie te maken
Ook al ging ik er voor mijn part een keer of zeven in
Maar zo heb ik nooit iemand zien verzaken
Refrein
Nee, ze zijn er niet meer, die maten van toen
En ik had nog wel een potje willen zwikken
Met ome Frits en lange Henk, om een toepie te doen
Maar ze hebben me gewoonweg laten stikken