Weet iemand of er iemand leeft Die ons nog een goed voorbeeld geeft Door het pad dat hij bewandelt? Nu iedereen van afgunst beeft En alles wat er waarde heeft, Verpest wordt en verhandeld. Minister, pastor en pastoor, Ze hebben ons de jaren door Onder hun raad bedolven. Ze schreeuwden in ons ezelsoor: Maar waar toch dienen herders Voor die heulen met de wolven? Wat zou ik God of engel moeten vragen Als ik zie Hoe mooi de lente is Hoor, hoe kinderen zingen? 't Is altijd weer het oude lied: Hun woorden zijn hun daden niet En in hun wijze hoofden Is hun geheugen een vergiet Zodat ze niets te binnen schiet Van wat ze ooit beloofden. De zee van kwik en olie vol, Raketten rond de wereldbol Om rustiger te slapen. En Afrika betaalt de tol. Ach, we zijn blinder dan een mol, De herders en de schapen. Wat zou ik God of engel moeten vragen Als ik zie Hoe mooi de lente is Hoor, hee kinderen zingen? God, hoor ons aan Laat onze ogen opengaan