Ik sloof mij uit, ik doe al die moeite voor mijn broeders. Ik sleur aan de kar en ik krijg een beroerte van al dat lijden. Ze doen alles verkeerd, en je ziet ze bezig en je wil ze helpen. Als ik wil helpen is er niemand die luistert, naar mijn wijze raad. Ik spreek de waarheid, de olifant is grijs. Ze namen teveel, teveel van het goeie, en nu zien ze sterren en een roze olifant, die mee naar bed wil, en dat wordt zwoegen. Ze doen alles verkeerd, en je ziet ze bezig en je wil ze helpen. Als ik wil helpen is er niemand die luistert, naar mijn wijze raad. Ik spreek de waarheid, de olifant is grijs. Als ik wil helpen is er niemand die luistert, naar mijn wijze raad. Ik spreek de waarheid, de olifant is grijs. Als ik wil helpen is er niemand die luistert, naar mijn wijze raad. Ik spreek de waarheid, de olifant is grijs.