Voor een land zonder strijd, voor een hemel zonder wolken, voor een nieuwe tijd zou ik de stad willen bevolken met mensen zonder haat of nijd. Ken je dat land, mijn allerliefste, met zijn hemel van kristal? Zon op wijde groene velden en iedere avond bal, waar wij dansen. Ken je dat land, mijn allerliefste, ken je dat land zo ver van hier? En een leven van goud, zonder leugens, zonder tranen, jij die van mij houdt zou ik voeren door groene lanen, 'k had mijn huis van glas gebouwd. Ken je dat land, mijn allerliefste? Geluk en vrede voor altijd, waar wij samen kunnen dwalen zonder tijd voor tijd, samen dwalen. Ken je dat land, mijn allerliefste, ken je dat land zo ver van hier? Voor de zoemende zee, voor een glimlach zonder tanden, voor een nieuw idee, daar zou ik jou op bei mij handen voor willen dragen met me mee. Ken je dat land, mijn allerliefste? Met dat altijd groene bos, waar altijd de vogels zingen en wij slapen op het mos. Zonder wapens, zonder strijden, zonder zonden, zonder lijden, ah zonder haat, zonder nijd. Ken je dat land, mijn allerliefste, ken je dat land zo ver van hier? Ken je dat land, ken je dat land, o ken je dat land zo ver van hier? Ken je dat land, mijn allerliefste, ken je dat land? O ken je dat land zo ver van hier? Ken je dat land, mijn allerliefste, ken je dat land, ken je dat land zo ver van hier? Ken je dat land?