O, mijn kindertijd, kijk niet naar mij met zulke bange ogen. Je stuurde me zelf de wereld in en ik weet ook niet hoe het komt dat duizend en één dingen zelfs nu nog steeds niet mogen. Heus, ik voel mee met jouw machtsfantasieën, je trappelende ongeduld, maar ik ben nog nauwelijks op weg, er moet nog veel gebeuren en we zijn het eens: een kinderhand is niet gauw gevuld. O, mijn kindertijd, kijk niet naar mij met zulke bange ogen. We kregen de wereld nog niet klein, omdat ik nog groeide en even vergat dat wat jij van mij verwachtte altijd zwaarder heeft gewogen.