Ze stonden nog te zwaaien In het veel te kleine deurgat Ik keek niet achterom: Want wat voorbij is is voorbij Ik trek m'n voeten uit de klei Er staat welkom op de deurmat Maar dat is niets voor mij refr.: In de schaduw van de brug Droeg ik alles op m'n rug Maar ik neem het in de hand In de schaduw van de brug Een stap verder, twee terug Ik ga naar de overkant Ze staat naar mij te zwaaien In gedachten kus ik haar Ik kijk nooit ver vooruit Maar droom ons altijd bij elkaar Ze staat reikhalzend bij het raam En verwelkomt mij met liefde Als ik aankom na mijn reis refr. In de schaduw van de brug Waar ik vroeger weg kon kruipen Voor wat ik niet begreep, Niet wilde weten bovendien In de schaduw van de brug word het steeds een beetje kouder En ik moest voelen in het donker Kon geen hand voor ogen zien refr.