Louis kijkt altijd zuur En zuur dat werd ie op den duur Omdat zijn vrouw met haute-couture En haar coiffure te duur is En de hoge huur Te duur, te duur Hij 's overstuur Loopt met z'n hoofd tegen de muur En het is ook nooit goed Want nou wil ze weer een strohoed Maar Louis is bijna bankroet Als hij weigert zegt ze: gegroet Dus hij moet, hij moet, hij moet Dus geeft ie haar een joet O, kop op, Louis, hou je taai O, kop op, Louis, hou je taai Want het is een haaibaai Maar hoe kom je aan het geld? Je gebruikt toch geen geweld? Want door te stelen, raak je bekneld Denk nou eerst na voor je wat doet Is ie het wel waard, die strooie hoed? Door haar bevelen wordt ie geveld En ook beroof je dan een bank Wat je krijgt is stank voor dank En de Koepel in Breda Kop op Louis, denk nou eens na Hij kan er niet van slapen Geld ligt niet om op te rapen En een bankbediende kapen Ferme jongens, stoere knapen Is een stunt, een punt, een stunt Maar hij ziet munt En heeft het op de man gemunt O, kop op Louis, denk nou na O, kop op Louis, denk nou na Denk nou niet meteen "ik ga" Maar Louis ziet geen gevaar Want hij doet het toch voor haar 't Was op een mooie ochtend in maart Dat ie zijn jas aantrok en ging En een bankbediende ving De man bleef ijzig, kalm en bedaard Louis belandde in een cel En u weet het zeker wel Het was de Koepel van Breda Kop op Louis, hoogstens een jaar Louis kijkt altijd zuur En zuur dat werd ie op den duur Elke seconde duurt een uur Voor elke dag krast ie een streepje op de muur De muur, de muur, de muur, de muur