(August de Laat) (met dank aan Marc Blokland () voor het sturen van de tekst) Hallo hoe gaat het de laatste dagen In ons klein dorpje, zeg eens gauw De bode die dat me dat laatst kwam vragen Antwoordt de burgemeester trouw Stel U gerust meneer de burgemeester Alles gaat goed zoals het moet We hadden gisteren enkel wat te kampen Met een klein beetje tegenspoed Alleen Uw geit zijn we verloren U zal haar stem wel nooit meer horen Maar verder geitjes zijn al reeds geboren Alles gaat goed zoals het moet. Hallo, mijn geitje ben ik verloren Die boodschap vind ik vreeslijk lam Toe bode, laat me nu vlug eens horen Hoe of dat feitelijk zo kwam? Stel U gerust, meneer de burgemeester Alles gaat goed zoals het moet De geitenstal ging gist'ren op in vlammen Het was n vuur, n vonk, n gloed Eerst moest Uw huis er aan geloven De vlammen waren niet te doven Het brandde af van onderen tot boven Doch hou maar moed alles gaat goed Hallo, mijn woonhuis ben ik verloren Ik ben volstrekt haast driekwart lam Toe bode, laat me nu vlug eens horen Waardoor dat ongeluk zo kwam Stel U gerust meneer de burgemeester Alles gaat goed zoals het moet Alleen het raadhuis grenzend aan Uw woonhuis Was 'd oorzaak van die tegenspoed In 't raadhuis brandde het heel even 'k Zag nooit zo'n vuurgloed in mijn leven Geen steen is op de andere gebleven Doch hou maar moed, alles gaat goed. De veldwachter heeft eerst gehikt Toen is die in de rook gestikt Z'n vrouw op 't zelfde ogenblik Kreeg een beroerte van de schrik Het hele dorp in bitt're nood Zit aan de kant nu van de sloot U is nu burgervaar een keer Van 't afgebrandde dorp meneer Wees weer gerust meneer de burgemeester Meer is er niet, alles gaat goed.