Ik ben een gokker, mijn naam is Hein Ik koop altijd lootjes per dozijn Aan alle spelletjes doe ik mee Van kranten, radio en tv En in m'n stamkroeg op de hoek Daar breng ik menig uurtje zoek met bingo (Bingo, bingo) Een vaste plaatsje heb ik daar Een kruk op 't hoekje van de bar Om acht uur gaat het spel van start De prijzen liggen op 't biljart De bingokaarten koop ik bij Ans Ik neem er twee, dus dubbele kans op bingo (Bingo, bingo) (Attentie, daar gaan we!) De eerste ronde die begint (7) En iedereen hoopt dat ie wint (12) Mijn nummers vallen stuk voor stuk (28) Ik moet gaan winnen, ik heb geluk (19) M'n kaart is nu bijna vol (21) M'n hart dat slaat ervan op hol (11) Bingo! (Huh?) Ik heb een bingo (O) (Ja, is een goeie bingo) Jammer, maar zo is 't spel Alleen vervelend is 't wel Ik koop weer nieuwe bingokaarten Te winnen zijn twee mokkataarten (24) Hij gaat lekker, 'k ga zo door (18) Nog maar één nummer (21) en ik hoor Bingo! (Nee, hè) (Bingo) Tweede keer (Bingo) (O) (Ook deze bingo is goedgekeurd) Diezelfde vent weer van daarnet Nou wint ie weer een autopet Twee nieuwe kaarten, nieuwe ronde (5) M'n geld vliegt weg, 't is eigenlijk zonde (8) Alhoewel, je kansen keren (31) Als je het maar blijft proberen (12) (Bingo!) Alweer diezelfde vent! (Jaha) Wanneer win ik nou eens wat? (Alweer een goeie bingo!) Ik ben nu haast niet meer te houwen Straks ga ik die vent z'n bek verbouwen! Eerst nog twintig kaarten kopen (5) De prijs kan mij dan niet ontlopen (13) De nummers vallen nu in geroepen (23) Ik haal vast adem om te roepen (12) (Bingo!) Ik word er gek (Weer bingo! Ongelofelijk) (Bingo, bingo) Dit is toch niet te geloven Wat, wat Ook deze bingo was goed hoor! Wat moet ik doen, nu koop ik honderd bingokaarten Een hele stapel, een gevaarte En wat denk: je ik heb prijs Bingo! Ik raak volledig van de wijs De hele zaak geef ik te drinken (Nou, een dubbele graag) En aan alle kanten hoor je klinken (Gezondheid hoor!) (Mag ik dan meteen met u afrekenen?) (Dat is dan 35 gulden drank) (Erg graag) Eindelijk heb ik wat gewonnen Maar wa-waar ben ik eigenlijk aan begonnen? Ik heb een prijs, een vingerplant Eén ding zit me toch niet lekker want Om die te winnen, niet normaal Dat kostte mij een kapitaal! (Hahahaha) Ik lijk wel gek! Ik had wel veertig van die vingerplanten kunnen kopen van al dat geld! Waar ben ik mee bezig met die bingo? Ik doe d'r nooit meer aan mee, ik ga naar huis toe! Bekijk het met je bingo! Goedenavond!! (Ja, mag ik dan wel even die ruit nog even met u afrekenen?) (Bingo, bingo!)