Je weet best wat ze willen
En jij wilt ook wel
In je hart vind je het maar wat fijn dat ze naar je kijken
Herman zei dat je mooi bent
Het moet heerlijk zijn om mooi te wezen
Om mooi te worden
Maar dan niet voor Herman
Niet voor Jaap Oudemans
Niet voor Dirk van Slager Dol
Voor wie dan?
Ik zou mooi willen zijn voor jou
Zo mooi dat je altijd bij mij blijft
Dat je elke ochtend zeggen zou
Dat je dankzij mij ineens veel beter schrijft
Ik zou je enkel door mijn blikken inspireren
Om elke dag een meesterwerkje te creeren
En als je moe was streelde ik zacht je blonde haren
En zo leefde wij gelukkig lange jaren
Maar wat zit ik nou te doen
Voor Marleen geen Jan Griffioen
Want al bij de eerste zoen
Zou ik zeggen: Jan, niet doen
Ben ik echt al een beetje slecht
Dat zulke gedachten in mij zijn
Het wordt de hoogste tijd dat ik daar tegen vecht
Zoiets droomt men niet, al is het nog zo fijn
Je weet verdraaid goed dat meneer Griffioen getrouwd is
Al is het duidelijk dat het witte brood al oud is
En was mevrouw Griffioen maar niet zo vaak afwezig
Hield dat grote bed mij niet voortdurend bezig
Maar wat zit ik nou te doen
Voor Marleen geen Jan Griffioen
Want al bij de eerste zoen
Zou ik zeggen: Jan, niet doen
Als me vader me zo hier zag
Dan keek die me aan door zijn knijplorgnet
Zwoeg ik daarvoor levenslang en elke dag
Dat mijn dochter van d'r baas droomt in diens bed
Dan kwam meneer en die zou zeggen: ik ben schrijver
Uw dochters ogen zijn als maanlicht op een vijver
Ik heb haar nodig om mijn kunst te stimuleren
Daarom mag ze of en toe bij mij logeren
Maar wat zit ik nou te doen
Voor Marleen geen Jan Griffioen
Want al bij de eerste zoen
Zou ik zeggen: aahhhhhh.