Ben ik een onwetende wilde?
Jij bevoer de hele wereld,
Je kijkt vast niet verkeerd.
Toch heb ik het idee,
Dat de wilde van ons twee
Degeen is die niet luistert en
Niet leert.
Die niet leert.
Jij denkt dat land
Waar jij belandt van jou is.
Jij plukt de aarde
Als een aarsgier kaal.
Maar ik weet
Elke rots
En boom,
Elk wezen
Heeft een ziel,
Heeft een leven,
Heeft een taal.
Jij noemt de mensen eigenlijk
Pas mensen als die mensen
Precies zo zijn als jij.
Maar treed eens in het voetspoor
Van een vreemde en dan
Leer je in een oogwenk zoveel bij.
Hoor je ooit de wolf een ode
Brengen aan de maan?
Of vraag jij ooit een lynx waarom
Hij spint?
Ben je doof voor alle stemmen
Van de bergen?
Ben je blind voor alle kleuren
Van de wind?
Ben je blind voor alle kleuren
Van de wind?
Kom rennen, laat je leiden door
De larix.
Het hert toont zijn betoverend domein.
Verover het en rol je door die rijkdom.
Maar vraag nooit wat het waard
Zou kunnen zijn.
De regen, de rivier,
Het zijn mijn broeders.
De reiger en de otter,
Lucht en land.
En alles staat met alles
In verbinding.
In een cirkel,
Een oneindig groot verband.
Hoe hoog raakt de esdoorn
Ooit?
Wie de bomen rooit
Hoort het antwoord nooit.
Die hoort nooit de wolf een
Ode brengen aan de maan.
In wit of koper,
Ongeacht je tint.
Blijf niet doof voor alle stemmen
Van de bergen.
Blijf niet blind voor alle kleuren
Van de wind.
Wie de aarde zo begeert,
Vindt slechts aarde tot hij leert
Het te zien
In alle kleuren van
De wind.