En opeens zie ik mij staan Als een volwa**en man Niet langer twintig jaar Die het leven heeft geproeft Zoals je liefde proeft Een leven vol van vriendschap Vreugde en gevaar Ik heb een hoop bedacht Waar nimmer iets van kwam Ik heb een hoop gezegd Wat ik eigenlijk niet vond Maar nooit mijn ziel en zaligheid verkocht De ogen naar de hemel Maar het hart op de grond En opeens zie ik mij staan Als iemand die iets kan Niet langer twintig jaar Misschien te veel gewild Misschien mijn tijd verspilt Maar wel mijn zijn gedaan En vaak met groot misbaar En als ik ergens ben Dan ben ik er totaal Bescheidenheid was nooit Mijn allersterkste kant
Dus wordt ik toegejuicht Of wordt ik afgebrand Mij maakt het niet veel uit Ik doe toch mijn verhaal En opeens zie ik mij staan Ik wil er nog niet aan Die eerste twintig jaar Vergleden als het zand Dat wegloopt uit je hand Misschien zit heel het leven In een lief gebaar Want is er wel leifde Die voor altijd duurt En is er wel een kind Dat onbezwaard geniet En is er wel een vriend Die altijd naast je staat Of eindigt toch weer alles in verdriet Van het goed en het kwaad Kreeg ik zo veel goeds Van het zoet en het zuurs Kreeg ik zoveel zoets Maar ik voel elke keer Ik ben wat ik ben Geen twintig meer