[Couplet 1] De olielamp slingert Over het blanco papier En de maan door de patrijspoort Licht op in 't schuim van zijn bier Hij wil haar best schrijven zoals iedere keer Van je "Ooit zal, mijn liefste, ..." Maar hij gelooft het niet meer [Refrein] 't Is eigenlijk alleen maar steeds verder gegaan Hij raakt steeds verder van huis Dit schip, het nam hem bij haar vandaan Maar het schip brengt hem nooit meer thuis [Couplet 2] Ooit waren zij twee kleine kinderen In een dorp ver van hier Eén bakker, één slager en één kruidenier Eén kerk, één begraafplaats En zij met z'n twee En waar ze ook lopen De aarde draait mee Maar opeen zijn ze veertien En zweert hij haar trouw Een kind nog, een jochie Zij is al een vrouw Hij houdt zich groot met jenever Hasjiesj en bier De bakker, de slager en de kruidenier [Refrein] Wisten al lang dat het alleen maar Steeds verder zou gaan Hij raakte steeds verder van huis
Dit schip, het nam hem bij haar vandaan Maar het schip brengt hem nooit meer thuis [Couplet 3] De kroeg, het casino Maar het verval begon pas Toen de kruidenier plots De supermarkt was Alles moest voorwaarts Hij zat aan de grond Maar zij bleef hem kussen Op zijn van wijn rode mond Want zij was tevreden En met alle geweld Zou hij zijn schulden betalen De zee op voor geld En als ie dan terugkwam Dan werd zij zijn vrouw Van je echte idylle Van je "ik hou..." [Couplet 4] Maar de olielamp slingert Over een golf van verdriet En hij kan haar best schrijven Maar terug komt hij niet Omdat 'ie in iedere haven Omdat 'ie iedere nacht Weer blut en bezopen In zijn kooi stapt en wacht Tot zij zoals toen Op de kade zou staan En ze zwaait geen 'vaarwel' Maar 'kom hier' En hij loopt er de plank af In haar armen en lacht Naar de bakker, de slager En die man van de supermarkt