Ik mag weleens graag in een warenhuis dwalen
Zo'n uitverkoop is interessant
De prachtigste dingen gaan weg voor een koopje
Want plots zijn ze niet meer courant
De aardigste hoedjes, charmante japonnen
Waar vrouwen heur nachtrust voor geven
De mode verandert en waardeloos zijn ze
Sic transit de glorie van het leven
Het is uitverkoop in het warenhuis
Restanten, restanten
Het mooiste smijt men op een hoop
Wie het neemt, die heeft het spotgoedkoop
Waar blijven nou de klanten?
Restanten
Eens was er een deugdzame vrouw in de mode
Die hield van haar man, en haar huis
Die wist nog een moeder te zijn voor haar kinderen
En gaf hun een veilig tehuis
Maar nu prefereert men de co*ktail-garconnes
Die vloeken als kerels en roken
En minachtend neerzien op vrouwen, wier handen
Nog rood zijn van werken en koken
De wereld is een warenhuis
Restanten, restanten
De laatste serieuze vrouw
De laatste moeder goed en trouw
Vindt amper een paar klanten
Restanten
Eens was er een tijd dat de kunst ons een weg was
Naar alles wat mooi was, en goed
De tijd dat Orelio ons kon ontroeren
En Bouwmeesters kunstenaarsbloed
Nu vindt men de Sweethearts met tandborstelknevels
De kwijnende juffrouwtjes beter
De hypermoderne confectieartiesten
De kunst van een dollar de meter
De wereld is een warenhuis
Restanten, restanten
Griet Garbo krijgt een half miljoen
De ware kunst slaapt in het plantsoen
Tussen de bajesklanten
Restanten
Wij voelen ons superieure verschijnsels
Volmaakt bijna, in onze waan
Maar al wat wij doen, hebben oeroude volkeren
Voor eeuwen al beter gedaan
Straks komt de planeet met een andere in botsing
En vliegt er uiteen, tot atomen
En wij zijn verdwenen, maar in het universum
Zal daar wel geen drama van komen
Het is uitverkoop in het warenhuis
Restanten, restanten
Wij horen bij de laatste hoop
's Levens laatste uitverkoop
Wat zijn wij? Wij pedanten?
Restanten