Op een zomerzondagochtend, als je 't zonnetje voelt schijnen
Zegt moeder tot de kleinen
"Schei uit met dreinen
Je vader zal zijn hand over zijn vessie-zakkie stijken
Dan gaan we aapjes kijken
Nou dat zal je wel lijken"
Ze worden netjes opgedoft, de neus krijgt nog een veeg
En spoedig schallen opgewekt de kreten door de steeg
Refrain:
Naar de Artis, naar de Artis
Naar de beer, de papegaaien en de pauw
Waar de kangeroe d'r kind draagt in d'r onderrok
En we treit'ren met een stok
Een tijger in zijn hok
En Lorretje roept "Koppiekrauw"
De pret begint al daad'lijk bij een tweetal papegaaien
Een Lorre laat zich paaien
Zit wartaal uit te kraaien
De andere zegt niets en kleine Jan geeft hem een nootje
Maar 't beest verzet geen pootje
En denkt: "Loop naar je grootje"
Pa antwoordt omzichtig op een vraag van kleine Jan
"Die praat, dat is het vrouwtje en die niks zeit, is de man"
Refrain
Moe komt bij de giraf en roept: "O gut, een dromedaris"
Maar Pietje lacht: "Hoor haar eens"
En vraagt of ze wel goed gaar is
Opeens gilt moe: "Me zomerhoed!"
Ze is op 't hek geklommen
En snikt: "Laat vader kommen
Frans Hals vreet an me blommen"
Maar Pa zegt, bleek van schrik: "Hij heeft de helft al in zijn snoet
Wat doe j'ook bij die beesten met zo'n volkstuin op je hoed"
Refrain
Aan 't slot van een debat, dat zelfs de leeuwen deed verbleeken
Heeft Pa het zeil gestreken
Toen hij zijn bril zag breken
Hij voert hen naar de apenkooi, ze volgen met een vaartje
Pa roept: "Kijk nou es, Klaartje
Die aap daar met dat baardje"
Maar plots krijgt Pa een soejang, ligt te spart'len in het gras
Omdat die monkey met die baard een ouwe zeeman was
Refrain
Ze sluiten bij 't aquarium, beschouwen, moe van 't lopen
De diepzee van de tropen
Door kunstlicht hier beslopen
Pa komt onder den indruk en zegt zachtjes: "Prachtig is 'ie
En nou naar Tante Krissie
Voor een gebakken visschie"
Dan gaan ze naar een winkeltje en zetten zich in het rond
En zingen met een stuk Natura Artis in hun mond
Refrain