Ik weet dat ik een stofje ben dat meewaait met de winden Nog kleiner dan een druppel water in de oceaan Maar mijn handen zoeken door totdat ze houvast zullen vinden En mijn voeten voelen naar een plek waar ik kan blijven staan Ik weet niet wie mijn dagen telt, maar alles hier is vluchtig De eindigheid regeert met harde handen mijn bestaan En toch wil ik niet verdrinken in een eindeloze ruimte Ik weiger in een zee van tijd onderuit te gaan Oh, ik weet dat het voorbij is voordat ik knipper met mijn ogen
Maar ik kan toch niet geboren zijn om zinloos te vergaan Ook al ben ik dan een bron die op den duur weer op zal drogen Ik wil met beide benen midden in het leven staan Het zonlicht kruipt voorzichtig door een kier in de gordijnen Je doet je ogen open en kijkt me lachend aan En ik voel me even eeuwig, want de liefde ligt hier bij me En ik kijk met open ogen naar de zin van mijn bestaan