In de bus, elke dag
Zit jij naast mij die mooie lach
De hele reis in mijn gedachte
Mijn lippen die naar woorden smachten
Wat als ik je aansprak?
Geen reis zou meer hetzelfde zijn
Ik zeg het iedere dag
Ik doe het morgen wel
Hoe kan ik jou aanspreken?
Die stilte verbreken
Jouw aanwezigheid vult elke kamer
Mijn ademhaling steeds moeizamer
Als het lef mij niet ontbrak
Zou ik nu niet aan het zingen zijn en
Ik zeg het iedere dag
Ik doe het morgen wel
Zo, het is al morgen
Wow, dat ging me veel te snel
Ik doe het morgen wel
Wat?! Hoe is dit mogelijk?
Maar ik moet er nu echt voor gaan
Want daar komt zij al aan
En zij neemt plaats aan mijn zijde
En ik spreek:
Je ruikt naar natte hond
Wil je alsjeblieft een keer ergens anders zitten?