Wanneer de nacht haar intree doet
Betreedt geen sterveling nog dit veld
Ketters vervullen laatste wens
Opgeknoopt tot aan de dood
E Dominus Patrus
Sanctus Vibisdum
Galgen tot aan de horizon
Een silhouet van razernij
De dauw doorweekt het moordend strop
De kilte van Zonsondergang
De beul verdringt gewetenspijn
In den herberg naast den eik
Hij verbergt zijn zwarte kap
Veilig bij zijn dikke pens
Een kar betreedt het galgenvel
Het is het circus van de dood
Hier is niemand die hen zoekt
De angst van speurders is te groot
Hier slaan wij onze tenten op
En rusten uit tot morgenvroeg
Dwergen spelen in de moor
De minestreel zingt zacht een lied