"Vijfhonderd deuren en nog eens veertig weet ik in de Hal Der Gevallenen. Achthonderd uitverkoren krijgers komen uit elke deur, Wanneer zij tegen Fenris ten strijde trekken." [Gr?mnism?l 24] Mijn ontzielde lichaam op een schip Mijn trouwe zwaard ligt op mijn borst Slavinnen wenend naast mijn lijk Mijn getrouwen tezamen in de ochtendvorst Mijn schip gaat nog eenmaal de zee op Spoedig is het lange dier in vlammen gehuld Mijn laatste reis naar de andere wereld
Mijn verwachtingen zullen worden vervuld Een ziel onstijgt een levenloos lichaam Wodans dochters voeren mij naar boven Door ??n der 540 poorten treed ik binnen In de Hal Der Gevallenen die in Alvader geloven Gouden schilden en glanzende speren Overvloedig vlees en mede wachten mij Dichters bezingen mijn glorieuze daden Ik neem mijn plaats in aan Wodans zij Hal Der Gevallenen [5x]