Een vrouw dient weg te gaan Van tafel op te staan Wanneer de liefde is afgeruimd Zich af te wenden zonder woorden Om wat onwetend werd verzuimd Een vrouw moet waardig zijn Ondanks haar liefdespijn Beheerst verdwijnen zonder klacht Zich zonder omzien daarheen wenden Waar haar een beter leven wacht Een vrouw mag niet zo klein Zo vol van tranen zijn Om geluk dat niet bleef bestaan Een vrouw hoort daar te zijn Waar liefde waar kan zijn Waar geest en stof tesamen gaan Een vrouw dient weg te gaan Dient zich een bres te slaan
Door alle hindernissen heen Als op de puinhoop van haar liefde Haar hart verandert in een steen Een vrouw dient groot te zijn Ook in haar zielepijn Zij moet de scherpste kreet van haat Als laatste liefdeswoord bewaren En niet meer denken aan de smaad Een vrouw dient wijs te zijn En koud als ijs te zijn Voor de poort van een stervend hart Een vrouw dient weg te gaan Ver van de plaats vandaan Waar liefde niet gedijd Maar ik ben bang voor strijd De angst klopt in m'n keel Mijn hart bemint te veel