Ik wist dat het voorbij was, die avond, want ik voelde Dat jij niet meer van mij was, hoe lief je 't ook bedoelde Wij zochten nog wanhopig wat warmte bij elkaar Maar jij kon mij niet troosten En ik kon jou niet troosten Wij waren vreemden Ik wist; er was geen ander, nee, dat was niet de reden Wij hadden met elkander een niemandsland betreden Waar enkel nog een vage herinnering bestond Waar wij elkaar ontmoetten En stil elkander groetten
Als vreemden Nooit meer zal jouw hart mij warmen Nooit meer ga ik slapen om van jou te dromen Nooit meer mag ik jou omarmen Nooit meer dat verlangen als ik weet dat jij zult komen Ik wist dat het voorbij was en toch dacht ik nog even Dat jij nog steeds van mij was, ook wanhoop doet soms leven Hoe kon ineens een liefde die werkelijk heeft bestaan Twee mensen zo verlaten Dat zij d'r over praten Als vreemden Als vreemden