De mensen staan op en ieder gesprek verstomd Als 't Hoge Rechtshof de grote rechtszaal binnenkomt De zitting begint, buiten sluit men de poort Binnen de zwaar bewaakte muren wordt de liefde verhoord En de liefde komt naar voren om plechtig haar eed af te leggen "U wordt beschuldigd van moord", hoort ze de aanklager zeggen Van de meest vreselijke dingen betichten ze haar Beken je schuld? En de liefde zegt: ja De verdediging spreekt: ieder woord raakt z'n doel "Heeft u dan nooit, mijne heren, 'n greintje liefde gevoeld? Is de liefde niet goed, heeft dan niemand gedacht Dat de dood van die arme stumper alleen maar 'n ongeluk was?" En de liefde ze huilt En de rechtbank die zwicht Onder 't masker verschuild Zij, haar keihard gezicht Daarom spreekt men haar vrij Als 'n onschuldig kind Eens te meer zijn ook zij Door de liefde verblind "O nee, dat niet, Edelachtbare", klinkt een stem uit de zaal
"Deze uitspraak is schandelijk, 't proces 'n schandaal De liefde is 'n serpent vol gif en venijn Wie zo liegt en zo bedriegt die kan niet onschuldig zijn" "Ze heeft me geruïneerd, m'n hele leven vergald Alles wat ik had opgebouwd heeft ze in één klap verknald Ik smeekte haar om wat liefde, maar ze lachte me uit Ze trapte me op m'n ziel en nu, nu gaat ze vrijuit" "Waar blijft dan jullie rechtvaardigheid, jullie met je huichelarij? Jullie weten niets van liefde en toch spreken jullie haar vrij Met al haar hoerige manieren maakt ze iedereen kapot Ze berooft de sterken van hun kracht en ze vliegt de zwakken naar de strot" Ik gaf zoveel om haar Maar ze was zo gemeen Na 'n goed half jaar Stond ik plots'ling alleen Kijk, waar kwam ik terecht In de goot, inderdaad Dus, begrijp als ik zeg Dat ik de liefde haat